Hogeschool Rotterdam: “Wij willen geen extra verkeer veroorzaken.”
- Interview
Met 4000 medewerkers en 42.000 studenten verspreid over 16 locaties vormt Hogeschool Rotterdam een wereld op zichzelf. Maar wél een wereld die op allerlei manieren nauw verweven is met de Rotterdamse binnenstad. Wijnand van den Brink is verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsvoering. Onderwerpen zoals logistiek, huisvesting, mobiliteit, en ook steeds meer de bijbehorende duurzaamheidsvragen, vallen onder zijn verantwoordelijkheid. “Natuurlijk voelen wij ons medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in onze stad”, vertelt hij. Een gesprek over vestigingsbeleid, betaald parkeren, kleinere kantoren en fiscale discussies over P&R-locaties. Maar ook een gesprek over studenten als bron voor duurzame oplossingen.
Bewust vestigingsbeleid
46.000 mensen die van a naar b moeten reizen in de Rotterdamse binnenstad. Wijnand is zich bewust van de impact die deze aantallen hebben. “Toch is het maar goed dat onze locaties zich binnen de Rotterdamse stadsgrenzen bevinden”, stelt hij. “Het aandeel studenten dat in Rotterdam zelf woont, is heel groot. Stel je voor dat we ons op een plek buiten de stad zouden vestigen. Dat zou een enorme hoeveelheid extra vervoersstromen opleveren, de stad uit en de stad weer in. Een beetje vergelijkbaar met wat je bij de Utrechtse campus op de Uithof ziet gebeuren.”
De Hogeschool Rotterdam heeft een flinke groei doorgemaakt, en er zijn tijden geweest dat de instelling haar locaties huurde waar het maar mogelijk was. “Maar intussen hebben we belangrijke stappen gezet”, licht Wijnand toe. “We willen geen extra verkeer veroorzaken in de stad. En daarom hebben we nu al meerdere jaren een bewust vestigingsbeleid, waarbij we alleen nog maar locaties willen gebruiken die op directe loopafstand van de metrolijnen liggen. Bij sommige van onze locaties komt de metrohalte bijna het gebouw binnen.”
Mobiliteitsaandeel in de CO2-uitstoot
Hoe groot het percentage mobiliteit is in de totale CO2-uitstoot van de Hogeschool Rotterdam, weet Wijnand nog niet precies. “Wij hebben de aanpak van onze CO2-uitstoot altijd in de volle breedte opgevat”, vertelt hij. “Dat betekent dat wij zeer uiteenlopende maatregelen nemen. Zo gaan wij op al onze locaties van het gas af. En zo hebben wij zonnepaneeldaken met meer dan 900 panelen aangelegd, met daaronder ook een groen dak.”
Om toch een idee te krijgen van het aandeel mobiliteit in de CO2-uitstoot, wil de Hogeschool de reisbewegingen van de medewerkers als basis van de berekening nemen. “Op postcodeniveau weten we waar mensen wonen”, legt Wijnand uit. “En dat geeft ook een idee van hoe we daar een verdere verduurzaming in kunnen bereiken, bijvoorbeeld met ons OV-aanbod en ons fietsenplan.”
Maatregelen voor duurzame mobiliteit
Bij de maatregelen voor een duurzamere mobiliteit voor de medewerkers denkt de Hogeschool zowel in het klein als in het groot. Wijnand: “Er zijn maar drie mensen die een leaseauto hebben bij de Hogeschool Rotterdam, maar we hebben wel ingevoerd dat bij de vernieuwing van de contracten de keuze op elektrisch zou uitkomen.”
Andere maatregelen zijn dan weer van betekenis voor een veel groter aantal medewerkers. Zo is het fietsenplan onlangs uitgebreid. Daardoor kunnen nog meer mensen voor een verhoogd bedrag een mooie, fiscaalvrije bijdrage krijgen bij het aanschaffen van een fiets. “We zien dat dat effect heeft”, vertelt Wijnand. “Bij het laatste overzicht zag ik dat sinds 2018 nu 750 mensen aan die regeling hebben meegedaan. Op het totaal van 4000 medewerkers is dat best een aanzienlijk aantal.”
OV-vergoedingen en fiscale regels
Met de vervanging van de traditionele kilometervergoeding door een OV-kaart heeft de Hogeschool ook veel invloed gehad op de mobiliteit van medewerkers. En voor dienstreizen worden medewerkers eveneens geacht om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Voor volgend jaar is de Hogeschool aan het onderzoeken of ze nog een stapje verder kunnen gaan met de ov-regeling. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door de reiskostenvergoeding voor mensen van buiten de stad te beperken tot aan de P&R-locaties aan de rand van de stad. De rest van de reis in de stad zouden ze dan op kosten van de Hogeschool met de ov-kaart (mobility card) kunnen afleggen.
Maar zover is het nog niet. “Dit is ook een punt waarbij je merkt dat fiscale regels en duurzaamheidsambities van een en dezelfde overheid elkaar soms in de weg staan”, merkt Wijnand op. “De regionale Belastingdienst houdt vooralsnog namelijk vast aan het gegeven dat de standplaats de plek is waarop je de reiskosten berekent. En als je het laatste stuk van het traject op ‘kosten van de zaak’ doet, dan zit je vast aan de werkkostenregeling. Dat heeft dan weer een fiscaal nadeel, en dat zouden wij zonde vinden. Want het zou een mooie extra stap kunnen zijn om het aantrekkelijker te maken voor organisaties om ook op zo’n manier verkeer uit de stad te weren. Misschien is dit ook een onderwerp waarbij een gezamenlijke Rotterdamse aanpak ook tot een gezamenlijke oplossing kan leiden”
Hybride werken en minder kantoorruimte
Het hybride werken dat tijdens de coronapandemie een vlucht heeft genomen, betekende een steun in de rug voor het terugbrengen van de CO2-uitstoot van Hogeschool Rotterdam. “En zeker voor het ondersteunend personeel doen wij alles eraan om ervoor te zorgen dat we niet terugvallen in de gewoontes van voor de coronacrisis”, benadrukt Wijnand. “Onze ondersteunende diensten – bestaande uit 800 mensen – zijn verhuisd naar een andere locatie. En op die nieuwe vestiging hebben we nu 40 procent minder kantoorruimte!”
Dat is een ingrijpende keuze geweest, weet Wijnand. “Het is een stevig signaal waarmee we eigenlijk willen zeggen: kom je naar kantoor, dan is dat in de eerste plaats voor ontmoeting, overleg en brainstormen. In sommige gevallen natuurlijk ook om gewoon te werken, maar zorg ervoor dat je je reisbewegingen beperkt!”
Betaald parkeren en fietsenstallingen
Als nieuwe maatregel om het gebruik van de auto verder terug te dringen is de Hogeschool Rotterdam al langere tijd ook aan het nadenken om de schaarse parkeerplekken anders toe te delen. Betaald parkeren zou een oplossing kunnen zijn. “Parkeerplekken zijn nu al bijzonder schaars, maar het invoeren van betaald parkeren zou ertoe kunnen leiden dat mensen nog een keer extra zullen nadenken over de vraag of zij niet op een andere manier naar het werk kunnen komen dan met de auto.”
Het is nog even afwachten welke gevolgen zo’n nieuw parkeerbeleid zou hebben op het ruimtegebruik. “Maar in het beste geval gaan we misschien zelfs wat ruimte overhouden”, zegt Wijnand hoopvol. “De wens om meer ruimte te creëren voor fietsenstallingen in plaats van extra parkeerplaatsen is al meerdere malen geuit.”
Studentenmobiliteit en lesroosters
En daarmee is de link gelegd met de studenten en hun aandeel in de mobiliteit. Want ook bij hen veranderen de manieren om zich voort te bewegen. Elektrische fietsen en deelscooters, bijvoorbeeld. Het vraagt allemaal om aanpassingen in de huidige fietsenstallingen en faciliteiten. En hoewel de verplichtingen van de Intentieverklaring Klimaatakkoord voor duurzame mobiliteit zich beperken tot de eigen medewerkers, denkt de Hogeschool wel degelijk ook na over de mobiliteit van studenten.
Afgezien van het vestigingsbeleid, waardoor ook studenten altijd met het openbaar vervoer naar de Hogeschool kunnen komen, is het lesrooster een van de belangrijke punten waarop een onderwijsinstelling de mobiliteit van haar studenten kan beïnvloeden. “Die lesroosters proberen wij met man en macht zo effectief mogelijk in te richten”, benadrukt Wijnand. “Wij proberen altijd te voorkomen dat een student voor één afzonderlijk uurtje naar school moet komen. Wij proberen het zo in te richten dat ze meteen een blok aan uren hebben, zodat ze niet 5 dagen in de week naar school hoeven te komen.” Ook zorgt de Hogeschool, mede in het belang van de vervoersbedrijven, voor een gespreide aanvangstijd, waardoor niet alle studenten op dezelfde tijd hoeven te beginnen.
Studenten kunnen meedenken!
Doordat de Hogeschool Rotterdam veel samenwerkt met zeer uiteenlopende bedrijven, weten Wijnand en zijn collega’s dat het behalen van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord voor sommige bedrijven een grotere uitdaging is voor anderen. “Maar juist omdat wij dat weten, wil ik op deze plek ook nogmaals een uitnodiging doen aan bedrijven die met dit vraagstuk kampen”, benadrukt hij.
“Zoek ons gerust op. Wij zijn beroepsgericht. Onze studenten doen praktijkgericht onderzoek, of dat nou is op het gebied van techniek, logistiek of andere terreinen. Wij weten inmiddels uit ervaring dat het kan helpen bij dit soort duurzaamheidsvragen, jong en fris talent ernaar te laten kijken. Neem dus gerust contact op met ons bureau Externe Betrekkingen of direct met een opleiding, als je weet in welke richting je mensen nodig hebt.”