Meer invloed, beter afstemmen: het gebeurt bij Leiden, Delft, Alphen a/d Rijn en Gouda in de ‘Zero-Emissie 4’

"Bij ons ging de telefoon naar aanleiding van het Hoofdlijnenakkoord, met de vraag of de zero-emissiezone wordt uitgesteld. Maar het blijft een gemeentelijke bevoegdheid en dat is vastgelegd in de wet. Dus we gaan gewoon door.” vertelt Eric Jellema, opgavemanager duurzame mobiliteit bij Gemeente Leiden. Daar waar de vier grote steden de ‘G4’ vormen; vormen Leiden, Gouda, Delft en Alphen aan de Rijn de ‘Zero-Emissie 4’, ookwel ZE-4. Het geeft deze vier middelgrote gemeentes van Zuid-Holland meer invloed en daadkracht, ook naar ondernemers toe.

Als iemand weet hoe het zit met laadpalen, deelmobiliteit én de zero-emissiezone van Leiden, dan is het Eric Jellema, opgavemanager duurzame mobiliteit bij Gemeente Leiden. Momenteel gaat 80% van zijn tijd naar de invoering van ZE-zone. En in die uren werkt hij veel samen met Delft, Gouda en Alphen aan den Rijn. Jellema: “De vier grootste gemeentes, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht (‘de G4’), hebben dusdanige invloed, gelden en mankracht dat ze een directe lijn met het Rijk hebben. Gemeente Leiden is een ‘G40 gemeente’, middelgrote gemeentes die wel dichter op bestuur en ondernemers zitten, maar kleinschaliger zijn van aard.”

Het zijn relatief kleine teams die aan dossiers zoals de ZE-zone werken. Dat maakt van samen optrekken ook zo waardevol. Jellema: “We zochten elkaar op, Delft, Gouda, Leiden en Alphen aan den Rijn. Het is geen officieel verband, maar we komen wel bijeen op ambtelijk niveau en op wethouderniveau. Bij landelijke tafels vertegenwoordigen we elkaar. Door samen op te trekken hoeft niemand het wiel opnieuw uit te vinden.”

Een team als zwaargewicht

Kennisdelen is een van de hoofdredenen om samen te werken. Jellema: “Voor kleinere gemeentes zijn er veel vraagstukken. Zo hebben de meesten van ons nog niet eerder gewerkt met kentekenregistratie. Maar denk ook aan de uitdagingen van de autoluwe, historische binnensteden Delft en Leiden: hoe kunnen we de winkels en horeca daar blijven bevoorraden? Of hoe ondersteunen we de ambulante handel, zoals het grote aandeel in Gouda? Door samen te werken, kun je leren van diegene die al op een bepaald vlak voorop loopt.”
Dat is niet alleen voor gemeentes prettig, maar ook ondernemers hebben er wat aan. Qua maatregelen bijvoorbeeld. “Zo was een van ons al begonnen met gratis logistiek advies voor ondernemers. Dat zijn we toen ook in andere gemeentes gaan organiseren. Datzelfde geldt voor probeertegoeden, zoals het uitproberen van een distributiecentrum.”   

En ander voordeel is “onze stem naar het rijk. Als je als Leiden in je eentje bij het Rijk aanklopt, is je invloed minder omdat we minder mensen vertegenwoordigen dan de grote steden. Maar samen als ZE-4 samen, vertolken we een groot aantal mensen en ondernemers. Op die manier wordt de invloed ook groter. Ook voor onze wethouders is het fijn om te laten zien dat er gezamenlijk op wordt getrokken.”

En die samenwerking heeft een vliegwieleffect op anderen. Jellema: “Het grappige is dat die samenwerking zich onbewust verbreedt. Ik hoorde onlangs dat de ondernemersvereniging van Leiden contact heeft gezocht met die van Delft. Dus ook op dat niveau is er uitwisseling.” 

Tegemoetkomen

Verder wordt er gekeken hoe de vier gemeentes ondernemers tegemoet kunnen komen. “In de autoluwe binnensteden willen we kijken hoe we partijen die al gebundeld leveren, of emissieloos rijden, tegemoet kunnen komen. Bijvoorbeeld dat zij wel het autoluwe gebied in mogen rijden met een light electric vehicle, of inrichten van speciale laad- en losplekken, of verruimen van venstertijden.” Het zijn een paar ideeën die bij Jellema opkomen, waarmee hij en zijn ZE-4-collega’s “de transitie een duwtje in de rug willen geven”.

Maak nu gebruik van financiële voordelen en de markt

Welke tegemoetkomingen het ook gaan worden, één ding is zeker: ZE-zone komt er aan. Waar echter wel onduidelijkheid over is zijn de huidige subsidies en voordelen die in het Hoofdlijnenakkoord onder druk staan. “Mijn advies aan ondernemers die eigen voertuigen hebben, is om zo snel mogelijk in actie te komen. Hoe sneller je in actie komt, hoe langer je gebruik kunt maken van de overgangsregelingen en subsidies. Maak gebruik van de gratis adviseurs, probeertegoeden en belastingvoordelen.” 

Daarbij komt dat wie te laat in beweging komt een achterstand opbouwt ten opzichte van andere ondernemers die emissieloos gaan leveren en klantenbinding aangaan. Dat doet de gemeente als opdrachtgever ook al, vertelt Jellema. “Als gemeente ben je toch een soort launching customer. Bij onze bouwprojecten hebben partijen die emissieloos bouwen bijvoorbeeld, of emissieloos over water vervoeren, een streepje voor. Maar ook alles wat aan het stadhuis wordt geleverd moet emissieloos. Als ondernemer mis je de boot als je het niet zero-emissie kunt doen.”

Foto: Facebook Gemeente Leiden