Dutch Fresh Port: de ‘perfect storm’ bedwingen met slimme logistiek

Met een toegevoegde waarde van €12 miljard is de Greenport West-Holland het tweede economische cluster van Nederland. Een sector die groente en fruit verbouwt, importeert, exporteert, verpakt en zo dagelijks miljoenen borden vult. Het logistieke deel zit in Dutch Fresh Port, die binnenkort verdubbelt in oppervlakte. Samen met de woningbouwopgave én wegen die in onderhoud zijn of gaan, voltrekt er zich een ‘perfect storm’, aldus Michiel Jak adviseur bij Dutch Fresh Port op het gebied van mobiliteit en logistiek: “een ondernemer hier vertelde mij dat elke minuut vertraging voor hun vloot 1 miljoen euro kost. Dus je kunt niet gaan stilzitten en hopen dat het goed komt. Hoe ga je erop anticiperen?”

Waar het Westland en Oostland de productie verzorgen (teelt), is Dutch Fresh Port verantwoordelijk voor het logistieke deel in de verssector: het meeste wordt naar Dutch Fresh Port gebracht en samen met de importstromen verwerkt tot gebruiksklare consumentenproducten voor meer dan 50 landen in de wereld. “Als je nadenkt hoe logistiek dat in elkaar steekt, is dit echt de Champions League van de logistiek” zegt Jak erover. Dat is ook terug te zien in de ambities: Dutch Fresh Port is bezig met bijna een verdubbeling van het oppervlak waar er 96 hectare bijkomt, gelegen aan de A15 en de A16 en op steenworpafstand van de Van Brienenoordburg.

De ‘perfect storm

Maar die opgave is niet gemakkelijk. “We zitten voor een ‘perfect storm’. Voor het volbouwen van de nieuwe 96 hectare, is er in de komende jaren veel bouwlogistiek. Dat komt bovenop de bestaande vervoersstromen. Tegelijkertijd worden er in de komende jaren 3500 woningen aan de rand van Dutch Fresh Port gebouwd, die vervolgens allemaal over dezelfde ontsluiting rijden als de vrachtwagens. Voor al dat verkeer is er nu één ontsluiting, de IJsselmondse Knoop. Dat is natuurlijk levensgevaarlijk: als er iets misgaat dan heb je een enorm probleem.”

Daarom kijkt Jak, mede gelet op de grote onderhoudsopgave aan de infrastructuur van Zuid-Holland, alvast vooruit. “De meeste van onze spullen gaan over de weg. De Van Brienenoordbrug, de Noordtunnel en Brug over de Noord komen er qua groot onderhoud allemaal aan; op de lange termijn wordt het probleem alleen maar groter. De onderhoudsopgave is voor ons uitermate relevant, belangrijk en bedreigend.”

“Dus we kijken naar drie dingen. Dat is het verminderen van transport, waar dat kan” oftewel zo efficiënt mogelijk, “dat gebeurt al bijna vanzelf want dat is ook gewoon kostprijsreductie. Daarnaast kijken we naar spreiding, hoe je het wegvervoer van de pieken naar de dalen kunt schuiven. Daar is onze reeferhub ook voor. Tot slot kijken we naar modal shift. Spoor en binnenvaart hebben zeker onze warme belangstelling.”  

Spreiden en modal shift in Dutch Fresh Port

Spreiden is ook economisch een slimme zet. Jak: “Het meest interessant is dat een chauffeur in de daluren, vijf keer een container kan halen en brengen van de haven naar Dutch Fresh Port. Overdag is dat maar drie keer; met twee extra ritten kun je zo al 500 euro extra omzet maken per chauffeur, per dienst. Er zit echt een mooie case in.”

Voor modal shift zijn er verschillende mogelijkheden in de omgeving, vertelt Jak. “Er is een containerterminal bij Ridderkerk, de Groenenboom terminal. Dat is op 3 kilometer afstand en je kan mooi buiten Ridderkerk om Dutch Fresh Port inrijden: goed te doen zonder hinder. De tweede mogelijkheid is, en dit zijn we nog aan het verkennen, om een spoorontsluiting te realiseren in de buurt van station Barendrecht en Kijfhoek. Dat is ook binnen vijf kilometer van Dutch Fresh Port.”

“We hebben vorig jaar al met de Greenery en met het Joint Corridors programma een pilot gedaan en enkele containers per binnenvaart vervoerd. Dat ging buitengewoon goed. Nu is het een kwestie van doorpakken."

Package deal

Het verminderen van transport zit niet alleen in het vrachtverkeer, licht Jak toe: “Dat is ook zorgen dat niet iedereen met de auto gaat.” Hier is ook Zuid-Holland Bereikbaar bij betrokken. “We hebben Lara Severin als mobiliteitsadviseur rondlopen; zij doet onderzoek naar de verkeersstromen, waar komt men vandaan, wat is de invloed van een fietsenplan? Twee bedrijven hebben nu een fietsplan geïmplementeerd en stegen meteen naar 10% fietsende medewerkers”, in plaats van het gemiddelde van 4% op Dutch Fresh Port. 

“Maar het is een package deal” stelt Jak, want je moet naast bovenstaande zaken “ook op het juiste niveau bij de juiste tafels aanschuiven. Zoals bij de BO-MIRT, het bestuurlijk overleg ‘Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’ om wat in de melk te brokkelen hebben. En samen met Rijkswaterstaat kijken of bijvoorbeeld een extra ontsluiting naar de snelweg mogelijk is”, om de druk verder te verlichten.

Collectieve problemen collectief oplossen

Niet alle bedrijven in Dutch Fresh Port staan te springen als het gaat om spreiden, reeferhubs en modal shift. “Dat is ook terecht. Zij weten hoe het werkt in de praktijk en het werkt tot nu toe voldoende, dus waarom anders? Bovendien maken ze zich minder zorgen over die ‘perfect storm’, want het is gewoon niet bekend wat er de komende jaren op stapel staat. Daar moet meer bewustwording op komen. Laat maar zien dat het ‘Duitse toestanden’ worden en het de komende 15 jaar ellende wordt om exact dezelfde redenen. Dus: hoe ga je daar als bedrijf op anticiperen?”

Jak heeft daar zeker suggesties voor: “Laat je inspireren door anderen die er al mee bezig zijn, maak daarbij gebruik van buitenboordmotoren zoals een Dutch Fresh Port of Zuid-Holland Bereikbaar om de eerste stapjes te nemen. En neem deel aan onderzoeken die gaan over het verbeteren van de collectieve voorzieningen. Zodat we ook collectief de problemen kunnen oplossen.”