Nieuwsbericht | 25-08-2022

Van schuttingen naar lage hekjes

Start van de gebiedsgerichte aanpak in Zuid-Holland

“Binnen een samenwerking moet je bereid zijn iets van jezelf op te geven,” begint David van Keulen zijn verhaal. David is afdelingshoofd Mobiliteit bij gemeente Den Haag en lid van de regiegroep van Zuid-Holland Bereikbaar. “Voor mij is de gebiedsgerichte aanpak echt een belangrijk onderdeel. Daarin moeten we er met elkaar voor gaan zorgen dat we van de schuttingen die er nu tussen organisaties staan lage hekjes maken en uiteindelijk alleen nog een witte streep op grond. Dat is voor mij het doel in 2027.”

“Zuid-Holland Bereikbaar kent een wat aarzelende start, maar er wordt door iedereen hard gewerkt. Er gaat heel veel tijd zitten in het opzetten van de organisatie en het regelen van financiële middelen. We hebben dat aan de voorkant met z’n allen te optimistisch ingeschat. Het doet mij een beetje denken aan het tv-programma ‘Ik Vertrek’. Daar verhuizen mensen ook altijd met aan de voorkant enorme ambities en dromen over de toekomst. Eenmaal aangekomen zijn er dan altijd wel een paar momenten waarop ze denken ‘waar ben ik aan begonnen’. Dat proef ik met Zuid-Holland Bereikbaar ook een beetje. De ambitie is ontzettend mooi, maar om daar te komen; dat vergt behoorlijk veel en we zijn nog niet waar we willen zijn.”

ZHB onderdeel van reguliere werkproces samenwerkingspartners

Als David gevraagd wordt wanneer hij eind 2022 tevreden is over Zuid-Holland Bereikbaar, reageert hij: “Als de gebiedsgerichte aanpak voor zeventig procent staat. En dan gaat het mij niet eens zozeer om de inhoud, maar wel om het feit dat alle partners die eigenaarschap van de gebiedsgerichte aanpak voelen. Het moet meer deel uit gaan maken van het reguliere werkproces. Nu hangt het er vaak een beetje bij. Dat zeg ik ook tegen mezelf, want daar hebben wij als samenwerkingspartners van Zuid-Holland Bereikbaar dus ook echt nog iets te doen. De mensen binnen Den Haag die betrokken zijn bij Zuid-Holland Bereikbaar zijn goed op de hoogte van de samenwerking en wat we daarmee beogen, maar daarbuiten is het vrij karig en zit Zuid-Holland Bereikbaar nog niet verweven in de organisatie. Dat gaat wel komen, want de noodzaak wordt ook steeds groter. Meer mensen klagen over de werkzaamheden in Den Haag en de bereikbaarheid. Daarmee komt het natuurlijke punt dichterbij om breder vanuit Den Haag aan de slag te gaan met Zuid-Holland Bereikbaar.”

Van opgaven naar elkaar helpen: stappen in de gebiedsaanpak

“De gebiedsgerichte aanpak richt zich op de grootste knelpunten in het gebied,” reageert David op de vraag wat volgens hem de gebiedsgerichte aanpak moet inhouden. “In en rond Den Haag zijn er bijvoorbeeld de ontwikkeling van CID-Binckhorst, ZuidWest, de bereikbaarheid van het Westland en de vele bezoekers van Scheveningen & Kijkduin. Stap 1 is het erkennen van die verschillende opgaven. Stap 2 is de werkzaamheden die gepland staan voor de komende vijf jaar op elkaar gaan afstemmen. Vervolgens gaan we bij stap 3 kijken naar elkaars verantwoordelijkheden; wie moet met welk deel van de puzzel van bereikbaarheid aan de slag. En in stap 4 kijken we dan hoe we elkaar kunnen helpen. Als we niet werken aan die gebiedsgerichte aanpak blijven we ieder vanuit ons eigen perspectief werken. De persoonlijke contacten zijn daarin cruciaal. Je moet elkaar kennen en oog hebben voor elkaars belang in de aanpak. Nu staan er vaak nog schuttingen tussen organisaties en projecten. Laten we met elkaar eens proberen om daar lage hekjes van te maken. Tot er uiteindelijk alleen nog een witte streep op de grond staat.”

Ambtelijk leiderschap

“Hoe dat te realiseren? Door ruimte te creëren met tijd, scope en geld. We moeten en zijn ook hard aan de slag om de werkvloer beter aan elkaar te knopen en dat lukt aardig, moet ik zeggen. Vanuit de regiegroep kunnen we elkaar ook goed vinden. We zijn met z’n allen in staat om naar de belangen van de anderen te kijken en niet alleen bij onszelf te blijven. We zouden wel als regiegroep frequenter bij elkaar kunnen komen. De Mobiliteitstafel Zuidelijke Randstad is daarbij een generator voor kennisontwikkeling. De opzet van Zuid-Holland Bereikbaar vergt ambtelijk leiderschap.”

Voor goede initiatieven is altijd geld

“Ik kijk positief terug op de totstandkoming van Zuid-Holland Bereikbaar. We hebben vanuit alle samenwerkingspartners een gedeelde ambitie en vanuit die ambitie zijn we gaan bouwen. De financiële middelen en de bemensing van Zuid-Holland Bereikbaar vormen wel echt de achilleshiel van de organisatie. Dat is, denk ik, ook een gesprek dat nooit afgelopen zal zijn. Voor Zuid-Holland Bereikbaar is het belangrijk de komende periode een aantal resultaten te kunnen laten zien, als in: dit was niet gelukt zonder Zuid-Holland Bereikbaar. Want, voor goede initiatieven is altijd geld.”

Opgaven koppelen aan mobiliteitstransitie

“Zuid-Holland Bereikbaar heeft in mijn optiek ook een rol in het anders organiseren van mobiliteit. Dat is een taak van ons allemaal; we kunnen simpelweg niet op deze manier door blijven gaan, want dan gaan we het niet redden met de bereikbaarheid in de dichtstbevolkte regio van Nederland. Dat is iets dat Zuid-Holland Bereikbaar kan aanslingeren, signaleren en coördineren. Dat we echt de bouwopgaven en werkzaamheden gaan koppelen aan de mobiliteitstransitie, als een kans om mobiliteit anders in te richten. Daar hebben we ook de vervoerders in Zuid-Holland hard bij nodig, dus daar zit van mij nog wel een wens om de vervoerders dichter tegen Zuid-Holland Bereikbaar aan te zetten en hen een rol te geven.”

ZHB als basis voor interoperabele samenwerking

Als David het als bestuurskundige heeft over de samenwerking tussen de partners, gebruikt hij het woord: interoperabiliteit. Definitie volgens Wikipedia: als producten, systemen en organisaties zonder beperkingen met elkaar samenwerken. “We moeten elkaar echt kennen en begrijpen om goed te kunnen samenwerken. Uiteindelijk is dat de grote meerwaarde van Zuid-Holland Bereikbaar. Daarbij hoop ik zelf dat er vanuit de rijkspartners in de samenwerking meer erkenning komt voor de stedelijke opgaven én dat we samenwerken vanuit de leefwereld van de gebruikers in plaats van de systeemwereld. Mensen moeten daarin echt de wil hebben tot samenwerken, de wil om iets van de eigen organisatie op te geven en samen te komen tot gedeelde belangen. Want, samen komen we verder,” besluit David.

Fotobijschrift: David van Keulen

Samenwerkingspartners